Het is niet de bedoeling dat er geen belastingrente wordt vergoed bij een teruggaaf over een eerder jaar, terwijl er wel belastingrente wordt berekend bij het terugdraaien hiervan.

Een vrouw dient op 25 augustus 2020 een herziene aangifte in voor 2017, waarin zij het box 1-verlies alsnog op nihil stelt. Kort daarna wordt er op grond van haar oorspronkelijke aangifte een verlies verrekend met de inkomstenbelasting over 2014 (carry back). Zij ontvangt een teruggaaf van € 668, zonder een vergoeding van belastingrente over de periode dat het geld op de rekening van de belastingdienst stond. Op 10 november 2020 wordt de verliesverrekening gecorrigeerd door een navorderingsaanslag op basis van de herziene aangifte. Bij deze navorderingsaanslag wordt € 138 belastingrente in rekening gebracht.

Belastingrente verminderd

Rechtbank Den Haag oordeelde dat de belastingrente moest worden beperkt tot de periode waarin de vrouw ten onrechte over de teruggaaf van € 668 kon beschikken (uitspraak niet gepubliceerd). Het was niet de bedoeling dat er geen belastingrente werd vergoed bij de teruggaaf, terwijl er wel belastingrente werd berekend bij het terugdraaien van de verliesverrekening. De belastingrente werd verminderd tot € 3.

Uitspraak bevestigd

Hof Den Haag bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De inspecteur erkent dat de Hoge Raad op 18 november 2022 (zie NTFR 2022/3721) en 23 december 2022 (zie NTFR 2023/42) over een vergelijkbare zaak heeft geoordeeld. Hieruit volgt dat de belastingrente terecht is verminderd.

Wet: art. 30fc AWR en art. 9 Iw 1990

Bron: Hof Den Haag 15 maart 2023 (gepubliceerd 4 mei 2023), ECLI:NL:GHDHA:2023:572, BK-22/00595